Kwartierstaat III

Generatie XXI

441. Boudewijn BORLUUT, geboren ca. 1260, overleden dd‑mm‑1309.

Gehuwd met

442. Margareta RIJNVISCH, geboren ca. 1260.

Uit dit huwelijk:

1.             423. Jérôme.

443. Jan de RIJKE.

Gehuwd met

444. NN DAMAN.

Uit dit huwelijk:

1.            424. Margareta (s’Rycken).

445. Seigneur Gilbert de GRUUTERE, gedoopt ca. 1285, overleden op 20‑02‑1351 te Gent (B.), begraven te St. Nicklaas, Gent (B.).

Gehuwd met

446. Catherine van de PUTTE, gedoopt ca. 1285.

Uit dit huwelijk:

1.             425. Seigneur de La Gruutere à Gand et Durieplant Boudewijn I, gedoopt ca. 1310.

447. Willem BETTE, ridder, gedoopt ca. 1300, overleden dd‑mm‑1350.

Gehuwd met

448. Catharina van LAHAMAIDE, gedoopt ca. 1290, overleden te Gent (B.). Lahamaide is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen, en een deelgemeente van de Waalse gemeente Elzele. De naam Lahamaide betekent slagboom (hameide in het Nederlands). Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             426. Avezoete, gedoopt dd‑mm‑1320.

449. Alexander SERSANDERS.

Gehuwd met

450. Margaretha van der MOERE, overleden dd‑mm‑1237.

Uit dit huwelijk:

1.             427. Johan, geboren dd‑mm‑1275.

451. Jordan Johan van RYM, geboren ca. 1250.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1275 met

452. Avesoete de GRUUTERE, geboren ca. 1255.

Uit dit huwelijk:

1.             428. Elisabeth, geboren dd‑mm‑1280.

453. Robert II d’AILLY, écuyer puis chevalier (1294), seigneur d’Ailly, Boubers, Fontaine et Montflières, geboren ca. 1269, overleden ca. 1331.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1302 met

454. Guillemette de GOMIGNIES, geboren ca. 1286, overleden ca. 1339. Gehuwd (2).

Uit het eerste huwelijk:

1.             430. Maurice.

455. Johan van VILAIN, heer van Moere, overleden op 07‑03‑1356 te Gent (B.), begraven te Récollets, Gent (B.).

Gehuwd met

456. Maria van MOERKERKE, overleden dd‑mm‑1356 te Gent (B.).

Uit dit huwelijk:

1.             433. Catherine van VILAIN van MOERE, geboren ca. 1340.

457. Gossian CABELIAU, gedoopt dd‑mm‑1244, overleden dd‑mm‑1309 te Ieperen (B.).

Gehuwd voor de kerk ca. 1270 met

458. Lisbette VETTINCKS, gedoopt ca. 1245.

Uit dit huwelijk:

1.             434. Jacquemont, gedoopt dd‑mm‑1272.

459. Godevaert van MUNTE, geboren ca. 1250 te Gent (B.), overleden ca. 1300.

Gehuwd met

460. Kateline STERBOUTS, geboren ca. 1250 te Gent (B.), overleden ca. 1310 te Gent (B.).

Uit dit huwelijk:

1.             437. Gerhard, geboren dd‑mm‑1280.

461. Willem van der LISSE (van Emelisse), overleden voor 1277.

Kind:

1.             440. Dankert Willemsz.

Generatie XXII

462. Boudewijn BORLUUT, erfelijk schepen van Gent in 1270, geboren ca. 1230 te Gent (B.), overleden dd‑mm‑1278 te Gent (B.). Borluut is de naam van een Belgisch adellijk geslacht dat tevens tot de Nederlandse adel behoort. De familie Borluut heeft wortels die teruggaan tot de 11de eeuw. Het is een van de oudste families van Gent. Ze leverde bekende geestelijken, onder meer abten van de Sint-Baafsabdij, zoals Boudewijn IV die de 40ste abt was in 1223. Boudewijns’ neef Gerlin was de 47ste abt, van 1320-1338. Bron: Wikipedia.

Gehuwd met

463. Catherine Truna van UUTBERGHE, geboren ca. 1235.

Uit dit huwelijk:

1.             Jan, geboren ca. 1250 te Gent (B.), overleden voor 1306. Jan Borluut was een Gentse patriciër. Jan Borluut was afkomstig uit een rijk patriciërsgeslacht van wol handelaren, waarvan de leden van de 13de tot de 16de eeuw onafgebroken magistraatsfuncties bekleedden in Gent. Hij was getrouwd met Heldewin de Vos maar had geen kinderen. Hij was familie van Elisabeth Borluut, die samen met haar echtgenoot Joos Vijd opdracht gaf tot het maken van het bekende schilderij Het Lam Gods (1432), dat in de Doopkapel van de Sint-Baafskathedraal in Gent hangt. Jan Borluut was een vechtersbaas die zich ontwikkelde tot krijgsheer. Hij nam deel aan de slag bij Woeringen in 1288. Na doodslag in een vete op een andere patriciër werd hij verbannen uit Gent. Op 11 juli 1302 voerde hij een groep Gentenaars aan tijdens de Guldensporenslag tegen de Fransen, terwijl het Gentse stadsbestuur, de zogenaamde XXXIX, aan de zijde van de Franse koning stonden. Na de slag werd hij tot ridder geslagen en in triomf teruggebracht naar de Gentse stad, wat aldaar op gemengde gevoelens werd onthaald. Later werd hij door zijn vijanden in Gent vermoord. De kreet “Groeninge veld! Groeninge veld!” werd nadien de wapenspreuk van de familie Borluut. Op de gevel van het romaans herenhuis op de Korenmarkt, het zogeheten Borluutsteen, is het wapenschild van de familie te zien: drie lopende herten. In Sint-Denijs-Westrem staat het Borluutkasteel, dat ook naar deze patriciërsfamilie is genoemd. Bron: Wikipedia.

2.             441. Boudewijn, geboren ca. 1260.

464. NN RIJNVISCH, heer van Calkene, geboren te Brugge (B.)?

Gehuwd met

465. NN CALKENE.

Uit dit huwelijk:

1.             442. Margareta, geboren ca. 1260.

466. Guillaume van de PUTTE, gedoopt ca. 1255.

Gehuwd met

467. Catherine UUTENDAELE, gedoopt ca. 1255.

Uit dit huwelijk:

1.             446. Catherine, gedoopt ca. 1285.

468. Simon II BETTE, ridder, gedoopt dd‑mm‑1255, overleden op 21‑12‑1307.

Gehuwd met

469. Elisabeth van UITKERKE, geboren ca. 1255. Uitkerke is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de kustgemeente Blankenberge. Naast de spoorweg Blankenberge-Brugge vindt men ook nog het zogenaamde “Kasteel van Uitkerke” (Kerkstraat 420). De eerste vermelding van de Heren van Uitkerke, inwoners, dateert van 1270. Emmanuel Francis van Croy was de laatste heer van Uitkerke in de periode 1770-1794. Hij bouwde in 1763 het kasteel, dat tweemaal was geruïneerd, opnieuw op in rococostijl. Het kasteel is gebouwd op een terp en omringd door een gedeeltelijk gedempte walgracht. Tot in de 10e eeuw waren er hier schorren die vooral in gebruik waren door schaapherders, welke zich samen met hun vee op terpen konden terugtrekken. Omstreeks 1000 werd de Gentele aangelegd, en later de Dulle Weg, waarmee de terp waarop de kerk van Uitkerke lag tegen overstromingen werd beschermd. Een eerste kerkje zou misschien al in 650 zijn gesticht door Sint-Eligius. De bevolkingskern ontwikkelde zich sedert 1050 op een terp en een parochie werd vermoedelijk omstreeks 1075 gesticht. Een eerste schriftelijke vermelding als Utkerca is van 1089, en de parochie was toen afhankelijk van het kapittel van de Sint-Donaaskathedraal te Brugge. De parochie omvatte ook Wenduine, Sint-Jan-op-den-Dijk, en Scharphout, wat de voorloper was van Blankenberge. Bestuurlijk vormde Uitkerke, samen met Zuienkerke, een ambacht in het Brugse Vrije. Einde 12e eeuw werd het Kasteel van Uitkerke gebouwd. In 1228 scheidde de parochie van Sint-Jan-op-den-Dijk zich af en in 1272 werd Blankenberge tot stad verheven, vanwege de vishandel. Hierdoor raakte Uitkerke ook dit gebied kwijt, hoewel het nog een stuk kust bezat. Er werd melding gemaakt van windmolens, steenovens en dergelijke. De kleiwinning ten behoeve van de baksteenindustrie is tot in de 20e eeuw van belang geweest. Vanwege de Vlaamse Opstand tegen Maximiliaan werd het kasteel omstreeks 1490 door de Bruggelingen verwoest, maar Brugge werd verplicht om de schade te herstellen. De godsdiensttwisten einde 16e eeuw leidden tot nieuwe verwoestingen, verwaarlozing van akkers en dijken en de verwoesting van de kerk in 1572. Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             447. Willem, gedoopt ca. 1300.

470. Boudewijn van LAHAMAIDE, geboren ca. 1190.

Kind:

1.             448. Catharina, gedoopt ca. 1290.

471. Abraham SERSANDERS, overleden dd‑mm‑1235.

Kind:

1.             449. Alexander.

472. Johan van der MOERE.

Kind:

1.             450. Margaretha.

473. Boudewijn van RYM, geboren ca. 1220.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1245 met

474. Avesoete van SCHOUTHEETE.

Uit dit huwelijk:

1.             451. Jordan Johan, geboren ca. 1250.

475. Simon de GRUUTERE, geboren ca. 1230.

Gehuwd met

476. Pauline SERSIMOENS, geboren ca. 1235 te Gent (B.). Waarschijnlijk stamde zij uit een schepenfamilie uit Gent.

Uit dit huwelijk:

1.             452. Avesoete, geboren ca. 1255.

477. Huon (Hugues) d’AILLY, écuyer, seigneur d’Ailly (1292), Tortefontaine (~1280) et Fontaine-sur-Somme, geboren ca. 1220, overleden ca. 1283. Gehuwd voor de kerk op 02‑05‑1259 met Louise de CAYEU, dame d’Ault, geboren ca. 1243, overleden ca. 1296.

Kind:

1.             453. Robert II, geboren ca. 1269.

479. Colard CABELIAU, ca. 1220.

Gehuwd ca. 1243 met

480. NN d’Averoult, ca. 1220.

Uit dit huwelijk:

1.             457. Gossian, gedoopt dd‑mm‑1244.

481. Arnulphus van MUNTE, geboren ca. 1230 te Gent (B.), overleden ca. 1287 te Gent (B.).

Kind:

1.             459. Godevaert, geboren ca. 1250 te Gent (B.).

482. Hugo Hendriksz van EMELISSE, geboren ca. 1215. Juli 1244: Otto III, elect van Utrecht, bevestigt de abt en het convent van Sint-Bernard te Vremde in het bezit van de hun door Hugo geschonken tiend van Emelisse en voorts in dat van alle tienden die zij in de toekomst binnen zijn bisdom van leken mogen verwerven. 24 augustus 1244: Otto III, elect van Utrecht, herroept de oorkonde waarbij hij de abdij van Sint-Bernard bevestigt in het bezit van tienden haar geschonken door Hugo zoon van Hendrik van Emelisse alsmede van nog uit handen van leken te verwerven tienden, aangezien Hugo die tienden in pacht houdt van het kapittel van Sint-Pieter te Utrecht. 22 september 1244: Koenraad, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de door Otto, elect van Utrecht, aan de abt en het convent van Sint-Bernard te Vremde verleende bevestiging van de hun door Hugo gedane schenking van de tiend van Emelisse, alsmede het hun door de elect toegekende bezit van alle tienden die zij in de toekomst binnen het bisdom Utrecht van leken mochten verwerven. 31 januari 1247: Paus Innocentius IV neemt de Sint-Bernardsabdij te Hemiksem op in de pauselijke bescherming, bevestigt haar in de regel van Benedictus volgens de instituties van de orde van Cîteaux alsmede in haar goederen en rechten waaronder te Emelisse en te Schore. 2 september 1247: Paus Innocentius bevestigt de abt en het convent van Sint-Bernard te Hemiksem in het bezit van een aantal, hun o.a. door Hugo van Emelisse geschonken tienden. 2 september 1247: Paus Innocentius draagt de deken van de kerk van Leuven op, er op toe te zien dat de abt en het convent van Sint-Bernard te Hemiksem niet wordt gestoord in het bezit van een aantal tienden, hun o.a. door Hugo van Emelisse geschonken, in welk bezit de paus hen bij oorkonde heeft bevestigd. 10 juli 1248: Paus Innocentius IV bevestigt de abt en het convent van Sint-Bernard te Hemiksem in het bezit van hun door Hugo van Emelisse geschonken tienden. 10 juli 1248: Paus Innocentius IV gelast de deken van de kerk van Brussel er op toe te zien dat de abt en het convent van Sint-Bernard te Hemiksem niet worden gestoord in het door hem bevestigde bezit van de hun door Hugo van Emelisse geschonken tienden. 1 juni 1261: Everard, deken, en het kapittel van Sint Pieter te Utrecht geven de tiend van Emelisse en Kats die Hugo geheten Ellics zoon van Arnout Nous tegen 9 schelling Vlaams jaarlijks van hen in pacht had gehouden, tegen 10 schelling Vlaams jaarlijks in pacht aan abdis en convent van Noorddijk. 11 maart 1262: Paus Urbanis IV neemt de Sint Bernardsabdij te Hemiksem op in de pauselijke bescherming, bevestigt haar in de regel van Benedictus volgens de instituties van de orde van Cîteaux alsmede in haar goederen en rechten waaronder te Schore en Emelisse. 26 september 1273: Steven, deken, en het kapittel van Sint Pieter te Utrecht geven hun tiend in Emelisse die Thomas zoon van Hendrik voor drie schelling nieuwe Vlaamse jaarlijks van hen in pacht had gehouden, op de zelfde voorwaarde aan Simon zoon van Hugo Ellewouds in pacht. 10 oktober 1277: Gijsbert, deken, en het kapittel van Sint Pieter te Utrecht geven hun tiend in Emelisse die Willem en Hugo Mundin zonen van Hugo van Emelisse van hen pacht hadden gehouden, voor twee schelling Vlaams jaarlijks aan Pieter, Dankert, Hendrik en Jan zonen van genoemde Willem en aan Hendrik zoon van hun broer Jacob in pacht. 24 februari 1287: Paus Honorius IV neemt abt en broeders van de Sint-Bernardsabdij te Vremde op in de pauselijke bescherming en bevestigt hen in hun bezittingen en rechten, waaronder tolvrijheid in Holland en Zeeland alsmede inkomsten in Emelisse. Bron: Genealogie oudste generaties van der Lisse.

Kind:

1.             461. Willem van der LISSE (van Emelisse).

Generatie XXIII

483. Hendrik BORLUUT, geboren ca. 1215 te Gent (B.).

Kind:

1.             462. Boudewijn, geboren ca. 1230 te Gent (B.).

484. Simon I BETTE, ridder, gedoopt ca. 1255.

Gehuwd met

485. Agnes van GAVERE, gedoopt ca. 1255.

Uit dit huwelijk:

1.             468. Simon II, gedoopt dd‑mm‑1255.

486. Odon I van LAHAMAIDE, geboren ca. 1160, overleden na 1201.

Kind:

1.             470. Boudewijn, geboren ca. 1190.

487. Jordan van RYM, geboren ca. 1190.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1215 met

488. Catharina van GISTEL, geboren ca. 1195.

Uit dit huwelijk:

1.             473. Boudewijn, geboren ca. 1220.

489. Jean II d’AILLY, écuyer, seigneur d’Ailly, geboren ca. 1190, overleden ca. 1232.

Gehuwd met Hélène de

490. PICQUIGNY, dame de Fourdrinoy, geboren ca. 1202, overleden ca. 1265.

Uit dit huwelijk:

1.             477. Huon (Hugues), geboren ca. 1220.

491. Louis CABELIAU, gedoopt ca. 1195.

Gehuwd voor de kerk ca. 1220 met

492. Marguerite du QUESNOY, gedoopt ca. 1195.

Uit dit huwelijk:

1.             479. Colard, gedoopt ca. 1220.

493. Rokinius van MUNTE, geboren ca. 1210 te Gent (B.), overleden ca. 1274 te Gent (B.).

Kind:

1.             481. Arnulphus, geboren ca. 1230 te Gent (B.).

494. Hendrik Hugosz. van EMELISSE. Op 5 februari 1216 bevestigt Paus Innocentius III het kapittel van Sint-Pieter te Utrecht in het bezit van aantal kerken, een tiend en een hof. Vermeld worden o.a. Emelnesse, en Kloetinge. (Dit betreft de eerste vermelding van Emelisse). Wellicht is hij identiek aan de getuige in de onderstaande oorkonden: 1218: Graaf Boudewijn van Bentheim, ruwaard van Holland, bepaalt op welke voorwaarden de lossing zal geschieden van de tienden die door de zonen van Dodijn van Souburg aan hun leenheer, de abt van Middelburg, voor tenminste drie jaar waren verpand. Getuigen o.a. Hendrick van Cats, Hendrik Hugo’sz. Simon Bonifaciusz. (deze wordt eveneens vermeld in de oorkonde van 1198, Hendrik van Cats is mede getuige in de oorkonde van 26 april 1230 van wijlen Hugo Reilafsz.). 24 augustus 1244: Otto III, elect van Utrecht, herroept de oorkonde waarbij hij de abdij van Sint-Bernard bevestigt in het bezit van tienden haar geschonken door Hugo zoon van Hendrik van Emelisse alsmede van nog uit handen van leken te verwerven tienden, aangezien Hugo die tienden in pacht houdt van het kapittel van Sint-Pieter te Utrecht. Bron: Genealogie oudste generaties van der Lisse.

Kind:

1.             482. Hugo Hendriksz, geboren ca. 1215.

Generatie XXIV

495. Balduinus Boudewijn BORLUUT, geboren ca. 1190 te Gent (B.), overleden dd‑mm‑1251.

Kind:

1.             483. Hendrik, geboren ca. 1215 te Gent (B.).

496. Gerolf V BETTE, ridder, heer van Westakkere.

Gehuwd met

497. Agnes van GISTEL. Gistel is een plaats en stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Dit polderstadje telt ongeveer 12.000 inwoners die als bijnaam “Gistelnoars” hebben. Belangrijk evenement is de jaarlijkse St.-Godelieveprocessie, rond de Heilige Godelieve van Gistel. Het ter Hare ere opgerichte slotklooster, Abdij Ten Putte, is een van de bekendste West-Vlaamse bedevaartsoorden. Gistel is ook bekend door zijn Flandriens: voormalig wielrenner Johan Museeuw, winnaar van onder andere de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, en Sylvère Maes, winnaar van onder andere de Ronde van Frankrijk in 1936 en 1939. In de naam Gistel ligt de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap en het contact tussen de polder- en zandstreek besloten. Gistel zou van het Germaanse ‘geest’ en ‘lo’ komen, wat betekent: open bos op hogere zandgrond, nabij moerassen. Gistel ligt dan ook op een oude zandheuvelrug met zowel in het noorden (richting zee) als in het zuiden (meer land inwaarts) lager gelegen gebieden. Dat Gistel reeds vermeld zou staan in de 9e-eeuwse aantekeningen van de Noormannen staat ter discussie. Officieel neemt men aan dat de eerste documenten die Gistel vermelden uit de 10e eeuw zijn. Volgens deze documenten zou Gistel in deze periode een gunstige ligging hebben aan de zee (zie ook Walraversijde). In de middeleeuwen was Gistel (ook wel een Gestella/Gistella of Ghistelle/Ghestelle genoemd) een Graaflijke heerlijkheid, Gistel-Ambacht van het geslacht Gistel. De groei van Gistel moet te danken zijn aan de bevaarbaarheid van een kreek, waardoor deze vooruitgeschoven plek langs de toenmalige grillige kustlijn, een strategische positie verwierf in de verdediging tegen de Noormannen. Zolang de kreek bevaarbaar bleef ontwikkelde Gistel zich tot een haven- en handelsnederzetting. In de 12e eeuw kende de stad al een versterkte vesting. In de 13e eeuw verwierf Gistel de stadsrechten. Na ruim 400 jaar van grote bloei kreeg Gistel in 1488 een zware klap ingevolge de vernieling en plundering van de stad door de troepen van Maximiliaan van Oostenrijk tijdens de opstand van Vlaanderen tegen hem. Op de oudst bekende kaart van Gistel (Jacob van Deventer, ca. 1570) zien we een stadsgracht die de stad omsluit met 6 toegangswegen. In het centrum bevindt zich het kasteel, de kerk, een motte en een tiental straatjes. Halfweg de 16e eeuw kwam de baronie en bijhorende domeinen in handen van de Italiaanse familie Affaitati, kooplieden en bankiers die zich in Antwerpen hadden gevestigd. De Geuzenplunderingen in de Brugse Vrije en het daarop volgende beleg van Oostende zorgden ervoor dat de regio Gistel ontvolkte. Doordat de familie Affaititi op gespannen voet leefde met de lokale clerus zijn het vooral de aartshertogen Albrecht en Isabella die de heropbouw stimuleren tijdens het Twaalfjarig Bestand. Pas na de Tachtigjarige Oorlog investeerde de familie fors in Gistel en werd het een waar bedevaartsoord rond de heilige Godelieve. Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             484. Simon I, gedoopt ca. 1255.

498. Johan van GAVERE, Heer van Mulaert en Eksaerde, geboren ca. 1220, overleden ca. 1291, begraven te Sinaai (B.).

Gehuwd met

499. Elisabeth van AXEL, geboren ca. 1245, overleden ca. 1320.

Uit dit huwelijk:

1.             485. Agnes, gedoopt ca. 1255.

500. Gerard II van LAHAMAIDE, ridder; heer van Lahamaide, overleden na 1194.

Kind:

1.             486. Odon I, geboren ca. 1160.

501. Jordan van RYM, geboren ca. 1160.

Kind:

1.             487. Jordan, geboren ca. 1190.

502. Raoul II d’AILLY, écuyer, chevalier, seigneur d’Ailly, geboren ca. 1160, overleden ca. 1228.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1182 met

503. Aline (Aélis, Alix, Agnès) de BOUFFLERS, geboren ca. 1166, overleden ca. 1231.

Uit dit huwelijk:

1.             489. Jean II, geboren ca. 1190.

504. Gillis van MUNTE.

Kind:

1.             493. Rokinius, geboren ca. 1210 te Gent (B.).

505. Hugo Reilofsz. NN, overleden voor 1230. 26 april 1230: Deken en kapittel van Sinte-Pieter te Utrecht geven aan het hospitaal van Emelisse het deel van de kerktienden (10 gemet) van Emelisse dat wijlen Hugo, zoon van Reilaf, van hen in pacht hield, in eeuwigdurende pacht voor veertien schelling Vlaams per jaar, te betalen op 1 augustus. Als getuigen zijn vermeld: Pontiaen en Alexander van Emelisse, Wiilem van Welle priesters, Egidius geestelijke, en Peter geestelijke, pastoor van Wissenkerke; en hun leken: Hendrick van Cats, Dankaerd Brantsz. en zijn broer Mathias, Hugo Wittesz. en Hendrick Rapeken en Dankaerd Bertezn. van Welle en Willem Hendricksz. van Vogeliet etc., de getuigen afkomstig van Noord-Beveland. Op 8 april 1244 vrijwaart Arnulf Annekin (van Koeveringe bij Rilland) de broeders van de abdij Ten Duinen van de aanspraken van wie dan ook op anderhalf gemet twee en een half roe land die de abdij heeft verworven van Hugo Reilofszoon en diens broers. In een volgende oorkonde van omstreeks dezelfde datum vrijwaart Gillis, ridder, heer van Schoudee de broeders van de abdij Ten Duinen van de aanspraken van wie dan ook op de anderhalf gemet twaalf en een half roe land die de abdij verworven heeft van Willeman Gilliszoon en diens erven. De genoemde goederen in beide oorkonden zullen één geheel gevormd hebben. Mogelijk hebben zij te maken met de oorkonde van 1219 waarbij Godfried III heer van Breda verklaart dat enkele lieden uit Valkenisse aan de abdij ter Duinen 70 gemet lands verkocht hebben, gelegen tussen de Schoudee en het bezit van die abdij te Waarde, en dat de ambachtsheerlijkheid over die grond, door Willem van Valkenisse en zijn broers aan genoemde abdij verkocht, door dezen aan hem is opgedragen ten einde er de abdij van in het bezit te stellen; voorts dat Heina van Berga heeft afgezien van zijn aanspraken op land ter Duinen te Zande. Bron: Genealogie oudste generaties van der Lisse.

Gehuwd met

506. NN van WELLE.

Uit dit huwelijk:

1.             494. Hendrik Hugosz. van EMELISSE.

Generatie XXV

507. Balduinus Boudewijn BORLUUT, geboren ca. 1165.

Kind:

1.             495. Balduinus Boudewijn, geboren ca. 1190 te Gent (B.).

508. Rogier BETTE, ridder, heer van Westakkere (bij Gent), vaandeldrager van Vlaanderen, overleden op 27‑07‑1214 te Bouvine (Fr.).

Gehuwd met

509. Yolande de COMINES. Komen (Frans: Comines) is een stadje in de Belgische provincie Henegouwen, en een deelgemeente van de faciliteitengemeente Komen-Waasten sinds 1977. Net zoals de andere deelgemeenten van de exclave Komen-Waasten, behoorde Komen tot 1963 tot de Vlaamse provincie West-Vlaanderen. Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             496. Gerolf V.

510. Jean I van GISTEL, overleden ca. 1218.

Gehuwd met

511. Griete van LICHTERVELDE, overleden op 11‑07‑1253.

Uit dit huwelijk:

1.             497. Agnes.

512. Raas VI van GAVERE, heer van Gavere, Chièvres, Liedekerke en Eksaarde, gedoopt ca. 1185 te Gavere, Oostvlaanderen (B.), overleden op 09‑11‑1241 te Affligem (B.). De heren van Gavere behoorden tot de oudste, meest vermogende en beroemdste geslachten van het graafschap Vlaanderen. Zij hadden zich gevestigd in Gavere en bewoonden er de waterburcht aan de Schelde. In de 11e eeuw waren de heren van Gavere pair van Vlaanderen en behoorden zo tot de hoogste adel van het land. Aan hun leen was de functie van hofschenker van de Vlaamse graaf verbonden. Hun macht werd nog versterkt nadat het gebied tussen de Schelde en de Dender werd veroverd door de graaf van Vlaanderen op het hertogdom Brabant. De heren van Gavere slaagden erin hun gebieden uit te breiden en hun gezag aan de kleinere heren uit de omgeving op te dringen. Hun bezit reikte van het huidige Groot-Gavere tot de parochies Hermeigem, Meilegem, Munkzwalm, Nederzwalm, Paulatem, Sint-Denijs-Boekel, Sint-Maria-Latem, Wassene, Welden, de heerlijkheden Vinderhoute en Merendree en het graafschap Evergem, dat in 1282 werd verkocht aan de Sint-Baafsabdij. Ook in Henegouwen en het huidige Frans-Vlaanderen wisten de heren van Gavere machtsposities te verwerven via huwelijken en allianties. Bron: Wikipedia.

Gehuwd voor de kerk ca. 1210 met

513. Sophia van BREDA, gedoopt ca. 1190, overleden na 1237.

Uit dit huwelijk:

1.             498. Johan, geboren ca. 1220.

514. Olivier II van AXEL, geboren dd‑mm‑1238, overleden voor 1272.

Gehuwd met

515. Kathelijne van de PUTTE, gedoopt ca. 1240, overleden op 14‑04‑1322 te Gent (B.).

Uit dit huwelijk:

1.             499. Elisabeth, geboren ca. 1245.

516. Arnoud I van LAHAMAIDE, heer van Lahamaide, overleden na 1164.

Kind:

1.             500. Gerard II.

517. Boudewijn van RYM, geboren ca. 1130.

Kind:

1.             501. Jordan, geboren ca. 1160.

518. Simon d’AILLY, écuyer, seigneur d’Ailly et de Bellancourt, geboren ca. 1130, overleden dd‑mm‑1181. Schonk in 1181 met zijn vrouw en zijn zoon het klooster St.-Fuscien.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1155 met

519. Jehanne/Mathilde d’AIRAINES, dame d’Espaumesnil, geboren ca. 1141, overleden ca. 1189.

Uit dit huwelijk:

1.             502. Raoul II, geboren ca. 1160.

520. Siger van MUNTE, geboren ca. 1163 te Gent (B.), overleden ca. 1210 te Gent (B.).

Kind:

1.             504. Gillis.

521. Reilof NN.

Kind:

1.             505. Hugo Reilofsz.

Generatie XXVI

522. Foulques BORLUUT, geboren ca. 1140, overleden te Gent (B.).

Gehuwd met

523. Quintine VERGTIME, geboren ca. 1150, overleden 16‑01‑jjjj te Gent (B.).

Uit dit huwelijk:

1.             507. Balduinus Boudewijn, geboren ca. 1165.

524. Gérolf III BETTE, ridder, heer van Zekelaer, overleden na 1188.

Gehuwd met

525. Geertruide van HAVESKERKE, dame van Westakkere, Mullem, Eerlyck, Knievelt en Annequin. De Haveskercke of De Haveskerke is een Belgisch-Frans oud-adellijk geslacht waarvan de herkomst bewezen teruggaat tot 1137. Leden van het geslacht waren heer van Haverskerke, een dorp nabij Rijsel in Frankrijk, alsook baron van Wingene en heer van Zwevezele. Deze familie bleef wettelijk over Haveskerke, Wingene en Zwevezele regeren tot aan de Franse Revolutie waarbij ze naar Duitsland vluchtten. Onder de afstammelingen wordt vermeld: Ridder François van Haveskerke, raadsheer van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, vermeld vanaf 1384 en tot in 1437, was grootbaljuw van Brugge en het Brugse Vrije in 1411-1413 en daarna van Gent. In de achttiende eeuw : Françoise de Haveskerke (Wingene 2 oktober 1678 – Brugge 6 januari 1761), dochter van Jacobus de Haveskerke, baron van Wingene en van Marie-Constance de Simpel. Ze trouwde met advocaat Adolphe Van den Abeele (┼1716). Het geslacht, dat nog voortleeft, heeft na 1815 nooit meer adelserkenning aangevraagd. De laatste generatie is vertegenwoordigd door een vrouwelijke afstammelinge, zodat uitdoving van de familie de Haveskercke in het vooruitzicht is. Bron Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             508. Rogier.

526. Arnould van GISTEL, geboren ca. 1115.

Kind:

1.             510. Jean I.

527. Wauthier van LICHTERVELDE, overleden ca. 1205.

Gehuwd met

528. Jeanne van ASSEBROEK.

Uit dit huwelijk:

1.            511. Griete.

529. Godfried II van SCHOTEN, heer van Breda en Schoten, gedoopt ca. 1160, overleden dd‑mm‑1215, begraven te Tongerlo, Antwerpen (B.). De baronie Breda heeft verscheidene heren gekend. De oudste heren van Breda waren van het geslacht Brunesheim. Zij kwamen uit Tienen in de Haspengouw (tegenwoordig in Vlaams-Brabant) en vestigden zich rond 1100 in de streek tussen Antwerpen en Breda, waar zij Heren van Breda en Schoten werden. Toen Hendrik V, de laatste heer van Breda uit dit geslacht, in november 1268 kinderloos stierf, gingen zijn bezittingen naar zijn zus Isabella en haar man Arnoud van Leuven, heer van Gaasbeek. Aangezien Arnoud en Isabella zelf ook geen kinderen hadden, splitsten zij de heerlijkheid in tweeën. Na de dood van Arnoud in juli 1287 (Isabella was al in 1280 overleden) ging het westelijke deel (Bergen op Zoom) naar de nakomelingen van Isabella’s oudtante Beatrix, die getrouwd was met Arnold II van Wesemaele. Het oostelijke deel (Breda) ging naar de nakomelingen van Isabella’s oudtante Sophie, die getrouwd was met Raso VI van Gavere, heer van Liedekerke. Hun zoon Raso VII van Liedekerke werd als Raso I de eerste heer van Breda uit het geslacht van Gavere. Vier generaties later (Raso I, Raso II, Raso III en Philips) kwam Breda in handen van Philips’ dochter (en enige kind) Adelheid van Gavere en haar man Gerard van Rasseghem. Dit echtpaar verkocht de heerlijkheid Breda in 1326 aan hertog Jan III van Brabant. Deze verpandde Breda in 1339 aan Jan I van Polanen uit het geslacht Wassenaar en stelde diens halfbroer Willem van Duivenvoorde aan als heer in usufruct (vruchtgebruiker). Samen met zijn zoon Jan II van Polanen (1324-1378) pandde Jan I vanaf 9 december 1339 van hertog Jan III van Brabant de heerlijkheid Breda, waarvan zijn halfbroer Willem het vruchtgebruik kreeg. Samen met zijn vader bouwde Jan II er een kasteel. In 1350 verkocht Jan III van Brabant het Land van Breda voor 43.000 florijnen aan Jan II van Polanen en werd het gebied een hoge heerlijkheid. Erfdochter Johanna van Polanen (1392-1445), vrouwe van Breda en de Lek, trouwde op 1 augustus 1403 in Breda met Engelbrecht I van Nassau-Dillenburg. Tot Johanna ’s erfenis behoorden vele heerlijkheden en ridderhofsteden in Holland en Brabant, Henegouwen, Utrecht en Zeeland. Door dit huwelijk begon de opkomst van het Huis Nassau in de Nederlanden. Aangezien Johanna het enige kind was van Jan III van Polanen, kwamen diens titels, via Johanna, terecht bij Jan IV van Nassau, de zoon van Engelbrecht en Johanna. De titels Heer van Polanen en Baron van Breda behoren nu, ruim zes eeuwen later, nog steeds tot de titels van de Nederlandse koning(in). Bron: Wikipedia.

Gehuwd met

530. Lutgardis van CUIJCK, Vrouwe van Aerschot, geboren dd‑mm‑1162, overleden dd‑mm‑1222.

Uit dit huwelijk:

1.             513. Sophia van BREDA, gedoopt ca. 1190.

531. Jan van AXEL.

Gehuwd met

532. Beatrijs van MALDEGHEM, geboren dd‑mm‑1197 te Maldegem (B.). Gehuwd (1) met Jan van AXEL. Gehuwd (2) met 533. Willem van de PUTTE.

Uit het eerste huwelijk:

1.             514. Olivier II, geboren dd‑mm‑1238.

Uit het tweede huwelijk:

2.             515. Kathelijne, gedoopt ca. 1240

534. Gerard I van LAHAMAIDE.

Kind:

1.             516. Arnoud I.

535. Arnoul d’AILLY, écuyer, chevalier, seigneur d’Ailly, geboren ca. 1108, overleden ca. 1144.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1129 met

536. Marie NN, geboren ca. 1114, overleden ca. 1159.

Uit dit huwelijk:

1.             518. Simon, geboren ca. 1130.

537. Siger van MUNTE, ridder, geboren dd‑mm‑1123 te Gent (B.).

Kind:

1.             520. Siger, geboren ca. 1163 te Gent (B.).

Generatie XXVII

538. Jan BORLUUT, geboren ca. 1115.

Gehuwd met

539. Ide van GISTEL, geboren ca. 1115.

Uit dit huwelijk:

1.            522. Foulques, geboren ca. 1140.

540. Gérolf II BETTE.

Gehuwd met

541. Adelise van SINT WINOKSBERGEN. Sint-Winoksbergen of Bergen (Frans: Bergues) is een gemeente en kantonhoofdplaats in het noorden van Frankrijk (in Frans-Vlaanderen) en maakt deel uit van het arrondissement Duinkerke (Franse Westhoek) in het Noorderdepartement. Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             524. Gérolf III.

542. Boudewijn van GISTEL, geboren ca. 1090.

Kinderen:

1.             526. Arnould, geboren ca. 1115.

2.             539. Ide, geboren ca. 1115.

543. Hendrik II van BREDA (van Schoten), burggraaf van Mecklenburg, geboren ca. 1130, overleden ca. 1180.

Gehuwd met

544. Christine NN, Vrouwe van Schoten, geboren ca. 1140, overleden na 1185.

Uit dit huwelijk:

1.             529. Godfried II van SCHOTEN, gedoopt ca. 1160.

545. Hendrik II Hermansz van CUIJCK, Heer van Cuijck en Grave, burggraaf van Utrecht, gedoopt dd‑mm‑1140, overleden dd‑mm‑1204.

Gehuwd rond 1160 met

546. Sophia Dirksdr van RHENEN, Vrouwe van Herpen, gedoopt dd‑mm‑1145, overleden dd‑mm‑1191. Het Land van Herpen was een heerlijkheid gelegen in de huidige provincie Noord-Brabant dat als zodanig bestaan heeft tot het midden van de 12e eeuw en de voorloper is van het Land van Ravenstein. Het centrum van de macht lag in Herpen, waar in 1196 een kasteel werd gebouwd. Herpen was vanaf ongeveer het jaar 1000 de belangrijkste plaats in de wijde omtrek. Later verplaatste het centrum zich naar het in het midden van de 14e eeuw gestichte stadje Ravenstein en het kasteel te Herpen werd in 1360 afgebroken. Sindsdien spreekt men van het Land van Ravenstein. Tot het gebied behoorden de huidige plaatsen: Herpen, Uden, Boekel, Volkel, Zeeland, Reek, Neerloon, Huisseling, Deursen, Dennenburg, Schaijk, Velp, Neerlangel, Overlangel, Demen, Dieden en Ravenstein. De oudste schriftelijke vermelding van Herpen dateert van 1150. Niet lang daarvoor kwam het gebied door huwelijk in bezit van de Heren van Cuijk. Oorspronkelijk was het Land van Herpen een allodium dat in het bezit was van het geslacht Van Rhenen. Tot 1178 was de heerlijkheid Herpen in handen van Dirk van Rhenen (ca. 1111-1178), burggraaf van Utrecht. Hij was een broer van Godfried van Rhenen (┼ 27 mei 1178), bisschop van Utrecht.Dirks enige erfgenaam was zijn dochter Sophia van Rhenen. Haar man droeg de tot dan toe allodiale heerlijkheid Herpen aan hertog Hendrik I van Brabant in leen op. Omstreeks 1196 werd het kasteel te Herpen gebouwd. In 1204 kwam Hendriks zoon, Albert van Cuijk (1170-1233) in het bezit van de heerlijkheid. Ook hij was burggraaf van Utrecht. Hij trouwde met Hadewych van Meerheim, en zij kregen tien kinderen. Hun oudste zoon, Rutger van Cuijk (1210-1264) erfde het Land van Herpen. Hij trouwde met Maria van Diest, en Aleidis van Cuijk was het enige kind over wie in documenten wordt geschreven. Na Alberts dood kreeg Rutger’s broer, Hendrik III van Cuijk, het Land van Cuijk toebedeeld, terwijl Aleidis van Cuijk, voortaan Aleidis van Herpen genaamd, het Land van Herpen erfde. Dit betekende dat het Land van Herpen nu weer losgekoppeld werd van het Land van Cuijk. Aleidis trouwde met Lodewijk II van Leefdaal. Hun zoon, Rutger van Leefdaal was Heer van Herpen. Hij verleende in 1313 gemeenterechten aan de inwoners van Boekel en Volkel. De bronnen zijn niet eenduidig hoe het verderging, er was nog sprake van Albert II van Herpen, die in de slag bij Woeringen (1288) zou hebben gevochten, nog een Rutger, die kinderloos stierf, en diens broer, Albert III van Herpen, die hem opvolgde. Diens dochter, Maria van Herpen, erfde het Land van Herpen. Zij trouwde omstreeks 1324 met Jan van Valkenburg (1281-1356), ook Jan van Kleef Heinsberg genaamd, heer van Born, Sittard en Susteren. Hun zoon, Walraven van Valkenburg (1339-1378), verkreeg in 1345 het kasteel te Herpen. Aangezien hij inkomsten nodig had wilde hij tol op de Maas heffen, waartoe hij het kasteel van Herpen naar Langel verplaatste. Een verklaring voor de verhuizing ligt vermoedelijk in het feit dat de hoofdbedding van de Maas zich in noordelijke richting had verplaatst: Herpen ligt aan de Hertogswetering, een oude Maasbedding. Dit leidde tot de stichting van het stadje Ravenstein, en het Land van Herpen ging voortaan Land van Ravenstein heten. Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             530. Lutgardis, geboren dd‑mm‑1162.

547. Olivier van AXEL.

Gehuwd met

548. Heila NN.

Uit dit huwelijk:

1.            531. Jan.

549. Dirk van MALDEGHEM, geboren ca. 1155, overleden ca. 1225.

Gehuwd met

550. Elisabeth van ROEULX, geboren dd‑mm‑1168.

Uit dit huwelijk:

1.             532. Beatrijs, geboren dd‑mm‑1197 te Maldegem (B.).

551. Raoul d’AILLY, ridder, seigneur d’Ailly, geboren ca. 1084, overleden dd‑mm‑1132.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1107 met

552. Claude de MOYENNEVILLE‑en‑VIMEAU, dame de Moyenneville et de Béhen, geboren ca. 1091, overleden ca. 1143.

Uit dit huwelijk:

1.             535. Arnoul, geboren ca. 1108.

553. Ascricus van MUNTE (van Munthe), heer van Munte en Melle, geboren ca. 1072, overleden ca. 1114. De lijn van Munthe gaat terug tot het jaar 1072, Gent, België. Tijdens de Reformatieperiode verhuisden veel van deze families naar Lübeck, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden, waar ze priesters en bisschoppen van de staatskerken werden. Ze zijn onderling getrouwd met de familie von Krogh en de familie Morgenstieme. De Noorse ambassadeur in de Verenigde Staten was Welhelm van Munthe av Morgenstierne, de oudste ambassadeur in Washington tot zijn dood in 1963. Ze bekleedden hoge posities in de St. Peterskerk in Gent. Ludvig Munthe was een handelaar in Lübeck. De langste voorouderlijke wortel strekt zich uit van Ascricus de Munte, 1072, tot de huidige generatie. De vroegste vermelding van de naam Munte is in 990, maar er zijn geen records beschikbaar tot in 1072.

Kind:

1.             537. Siger, geboren dd‑mm‑1123 te Gent (B.).

Generatie XXVIII

554. Nicolaas BORLUUT, geboren ca. 1090, overleden na 1150.

Kind:

1.             538. Jan, geboren ca. 1115.

542. Boudewijn van GISTEL (zie elders)

555. Gérolf I BETTE, overleden op 20‑02‑1071 te Cassel (Fr.). Gedood tijdens de Slag van Cassel. Het Huis Bette is een Gents geslacht dat talrijke edelen en magistraten heeft voortgebracht, die in dienst stonden van de graaf van Vlaanderen. Vertegenwoordigers van de familie Bette vervulden meermaals schepenambten in Gent. Bovendien was de familie in het bezit van een aantal lenen, waaronder Lede, Muisbroek, Hollebeke, Schellebelle en Wanzele.In 1556 werd ridder Jacob Bette heer van Lede. In 1579 verkocht graaf Filips hem alle justitie, gronden en de heerlijkheid van Schellebelle en Wanzele en al zijn rechten in de parochie en heerlijkheid Lede. Na zijn overlijden in 1591 werd hij opgevolgd door zijn zoon Jan, die in 1598 geridderd werd en in 1607 de titel ontving van baron van Lede. Lede werd tot markizaat verheven onder zijn kleinzoon Willem Bette, een groot veldheer en onder meer gouverneur van Limburg, Overmaas en Gelderland, hoogbaljuw van Gent en ridder van het Gulden Vlies. Lede bleef in het bezit van de familie Bette tot in 1779 de laatste afstammeling kinderloos overleed. Jean-François Bette, de voorlaatste markies van Lede, was een generaal in het Spaanse leger in de Nederlanden. Als dank voor zijn steun in de Spaanse Successieoorlog benoemde Filips van Anjou hem in 1709 tot ridder in de Spaanse Orde van het Gulden Vlies. Bron: Wikipedia.

Kind:

1.             540. Gérolf II.

556. Gauthier van GISTEL, geboren ca. 1065.

Kind:

1.             542. Boudewijn, geboren ca. 1090.

557. Gerard (Engelbert) van BREDA, Heer van Breda, geboren ca. 1100, overleden ca. 1150.

Overzicht van de heren van Breda:

1167 – Hendrik II van Schoten

1187 – Godfried II van Schoten

1216/1217 – Godfried III van Schoten

1227 – Hendrik III van Schoten

1234 – Godfried IV van Schoten

1246 – Hendrik IV van Schoten

1254 – Hendrik V van Schoten

1269 – Arnoud van Leuven (getrouwd met Isabella van Schoten, zus van Hendrik V van Schoten)

1287 – Raso I van Gaveren

1291 – Raso II van Gaveren

1306 – Raso III van Gaveren

1313 – Philips van Gaveren

1318 – Gerard van Rasseghem (getrouwd met Adelheid van Gaveren, erfdochter van Breda)

1327 – Jan III van Brabant

1339 – Jan I van Polanen (pandheer)

1350 – Jan II van Polanen

1378 – Jan III van Polanen

1394 – Hendrik van de Leck (namens Johanna van Polanen)

1404 – Engelbrecht I van Nassau-Dillenburg

1442 – Jan IV van Nassau

1475 – Engelbrecht II van Nassau

1504 – Hendrik III van Nassau

1538 – René van Chalon

1544 – Willem van Oranje Nassau

1568 – Willem, formeel zonder titel

1577 – Willem van Oranje Nassau

1581 – Juridisch onduidelijke situatie tijdens de bezetting.

1584 – Filips Willem van Oranje en Maurits van Oranje claimen titel

1609 – Philips Willem van Oranje

Vanaf 1618 vanuit de “Staatse” Raad van Brabant (in Den Haag)

1618 – Maurits van Oranje

1625 – Frederik Hendrik van Oranje claimt titel

1630 – Jan VIII van Nassau-Siegen (Frederik Hendrik handhaaft claim)

1637 – Frederik Hendrik van Oranje

1647 – Willem II van Oranje-Nassau

1650 – Willem III van Oranje-Nassau

1678 – Theobald Metzger von Weibnom

1702 – Staten-Generaal voeren het bestuur

1732 – Willem IV van Oranje-Nassau

1751 – Willem V van Oranje-Nassau

1795 – einde van Baronie van Breda

Bron: Wikipedia.

Gehuwd met

558. Beatrix van NAMEN, geboren ca. 1110, overleden ca. 1160.

Uit dit huwelijk:

1.             543. Hendrik II (van Schoten), geboren ca. 1130.

559. Herman II van CUIJCK, Heer van Cuijck en Grave, geboren dd‑mm‑1105. Herman II van Cuijk (ca. 1100 – ca. 1170) was een Nederlands edelman. Herman was broer van Godfried I van Cuijk (1100-1167) en zoon van Hendrik I van Cuijk (ca. 1070 – 1108), burggraaf van Utrecht, en Alveradis van Hochstaden (ca. 1080 – 1131). Zijn grootouders waren Herman van Malsen en Ida van Boulogne, en van Gerard I van Hochstaden (ca. 1055 – 1137) en Aleydis van Wickrath (ca. 1065 – ca. 1120). In de jaren 30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht. Herman was getrouwd met een onbekende dochter van Otto II van Chiny en Adelheid van Namen. Zij kregen o.a. de volgende kinderen: Hendrik II (ca. 1140 – 1204), heer van Cuijk, door huwelijk heer van Herpen, vermeld 1157-1204, stadsgraaf van Utrecht, voogd van Sint-Jan te Utrecht, kruisvaarder. Gehuwd met Sophia van Rhenen (ca. 1140 – 1191), erfdochter van Herpen. Albert (ca. 1140 – 1200), bisschop van Luik Bron: Wikipedia.

Gehuwd met

560. NN van CHINY. Heette zij Alveradis?

Uit dit huwelijk:

1.             545. Hendrik II Hermansz, gedoopt dd‑mm‑1140.

561. Dirck van RHENEN, Burggraaf van Utrecht, gedoopt dd‑mm‑1115.

Gehuwd met

562. NN van BIERBEEK, gedoopt ca. 1115.

Uit dit huwelijk:

1.             546. Sophia Dirksdr, gedoopt dd‑mm‑1145.

563. Eustatius II van ROEULX (van Henegouwen), Heer van Roeulx, geboren ca. 1150, overleden ca. 1186.

Gehuwd met

564. Bertha van GAVERE, geboren ca. 1143, overleden ca. 1186.

Uit dit huwelijk:

1.             550. Elisabeth, geboren dd‑mm‑1168.

565. Robert d’AILLY, seigneur d’Ailly-Haut-Clocher; homme d’armes du comte de Ponthieu, geboren ca. 1058, overleden dd‑mm‑1110.

Gehuwd met

478. Louise NN, dame d’Airaines, geboren ca. 1064, overleden ca. 1116 (zie elders)

Generatie XXIX

566. Fulcart van GISTEL, geboren ca. 1040.

Kind:

1.             556. Gauthier, geboren ca. 1065.

567. Hendrik van BRUNESHEIM‑TIENEN, geboren ca. 1080, overleden ca. 1125. Patronaatsheer van de kerk van Groot-Zundert (1116). Hij is afkomstig uit de Haspengouw (Tienen). Gegoed in het gebied van Schoten (Antwerpen) en Breda (Zie Dr. P.C. Boeren, De eerste dynastie van Breda (ca 1100-1281) in: Jaarboek Oranjeboom XVII (1964). Een gedeelte van wat nu de Stad en Lande van Breda wordt genoemd bestond in de twaalfde eeuw in feite uit een aantal bezittingen, in eigendom van leden van het geslacht Brunesheim-Tienen. In de loop van de twaalfde eeuw ontvingen die grootgrondbezitters van de hertog van Brabant een aantal vrijheden, waaronder de vrijheid van tolheffing. De basis van het gezag van de eerste heren van Breda moet gezocht worden in hun relatie met de hertog van Brabant, met wie het eerste geslacht verwant was. De traditie wil, dat de oudste Heren van Breda ook verwant waren geweest met de Heren van Strijen, doch dit is niet geheel zeker. Meer duidelijkheid en zekerheid over de oudste heren ontstaat pas na 1160. Over dit geslacht is veel gepubliceerd, oa:. -Dr. P.C. Boeren, De eerste dynastie van Breda (ca 1100 – 1281) in: Jaarboek Oranjeboom, Deel XVII (1964) blz. 1 – 29; – Dr. P.C. Boeren, De Heren van Breda en Schoten, 1965; – Mr. F.F.X. Cerutti, De vorming der stad, in: Geschiedenis van Breda, Deel I, de Middeleeuwen. Een genealogisch overzicht van de heren van Breda uit het eerste geslacht kan gevonden worden in: D. Schwennicke, Europaische Stammtafeln, Neue Folge, Band VII Tafel 100. Bron: https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I65650.php.

Kind:

1.             557. Gerard (Engelbert) van BREDA, geboren ca. 1100.

568. Hendrik I van NAMEN, Graaf van Namen en Roche-En-Ardenne, geboren ca. 1070 te La Roche (B.), overleden op 05‑06‑1138.

Gehuwd voor de kerk ca. 1100 met

569. Mathilde van LIMBURG, geboren ca. 1095, overleden ca. 1138.

Uit dit huwelijk:

1.             558. Beatrix, geboren ca. 1110.

570. Hendrik I van CUIJCK, Heer van Cuijck; Burggraaf van Utrecht, geboren dd‑mm‑1070, overleden ca. 1108.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1100 met

571. Alverade van HOCHSTADEN, geboren dd‑mm‑1080, overleden dd‑mm‑1131.

Uit dit huwelijk:

1.             559. Herman II, geboren dd‑mm‑1105.

572. Graaf van Chiny Otto II van CHINY, gedoopt dd‑mm‑1055 te Chiny (Lux.), overleden op 28‑03‑1125 te Chiny (Lux.).

Gehuwd met

573. Adelheid van NAMEN, gedoopt ca. 1055, overleden ca. 1124.

Uit dit huwelijk:

1.             Ida, hertogin, gedoopt ca. 1078 te Namen (B.), overleden dd‑mm‑1117. Gehuwd met Godfried I van Leuven (Godfried I met den Baard) (ca. 1063 – 25 januari 1139) Hij was de grondlegger van het latere hertogdom Brabant. Hij was de zoon van graaf Hendrik II van Leuven en Adela van Betuwe. In 1078 werd hij op aanbeveling van de (aanverwante) markgraaf van Thuringen, Egbert II van Braunschweig, voor een ridderopleiding naar het keizerlijk hof gestuurd. Hieruit wordt afgeleid dat Godfried omstreeks 1063 moet geboren zijn (meerderjarigheid naar Ripuarisch gewoonterecht op 15 jaar). Bij de dood van zijn broer Hendrik III van Leuven, in februari/maart 1095, volgde hij deze op als graaf van Leuven en landgraaf van Brabant, en voogd van Nijvel en Gembloers. Hij zou kort daarop in conflict komen met Otbert van Luik, de prins-bisschop van Luik, over het graafschap Bruningerode.[3] In 1099 bemiddelde Godfried in het conflict tussen Hendrik III van Luxemburg en Arnold I van Loon over de benoeming van de abt van Sint Truiden. In 1102 hield hij een inval van Robrecht II van Vlaanderen tegen bij Kamerijk. Hertog Hendrik I van Limburg, de hertog van Neder-Lotharingen, was een trouwe vazal van keizer Hendrik IV. Toen ’s keizers jongste zoon Hendrik, de latere keizer Hendrik V zijn vader afzette, bood hertog Hendrik I onderdak aan de afgezette Hendrik IV. Uiteindelijk verloor Hendrik I van Limburg daardoor zijn hertogstitel en op 13 mei 1106 werd Godfried I van Leuven (als Godfried V) benoemd tot hertog van Neder-Lotharingen en tevens tot markgraaf van Antwerpen. Godfried was van 1114 tot 1119 zelf tegenstander van de keizer, maar verzoende zich daarna weer met hem. In 1122 belegerde hij samen met keizer Hendrik V de opstandige Gosewijn I van Valkenburg en verwoestte zijn kasteel Valkenburg. In 1123 werd zijn broer Alberon I van Leuven benoemd tot bisschop van Luik. In 1128 betaalde Godfried de prijs voor zijn steun in 1125 aan de ‘verkeerde’ koningskandidaat, Frederik II van Zwaben, en verloor ook hij zijn titel van hertog van Neder-Lotharingen. Hij werd vervangen door Walram I ‘Paganus’ van Limburg. Godfried behield echter het markgraafschap Antwerpen en de hertogstitel. Zo ontstond het hertogdom Brabant. Godfried steunde in 1129 de pogingen van graaf Giselbert van Duras om goederen van de abdij van Sint Truiden in bezit te krijgen. Dit leidde op 7 augustus 1129 tot de slag bij Wilderen. Giselbert van Duras met zijn Vlaamse en Brabantse bondgenoten werd daar verslagen door de abt van Sint Truiden, die werd gesteund door de bisschoppen van Metz en Luik, en de graven van Limburg en van Loon. In 1131 werd een vrede bemiddeld in dit conflict. Godfried is begraven in de abdij van Affligem. Na zijn dood braken binnen Brabant de Grimbergse Oorlogen uit. Godfried en Ida kregen de volgende kinderen: Godfried II (1107-1142); Hendrik, monnik in Affligem; Adelheid (-1151), gehuwd met koning Hendrik I van Engeland[6]) en met Willem van Aubigny; Ida, gehuwd met Arnold I van Kleef; Clarissa (-1140). Godfried hertrouwde met Clementia van Bourgondië, weduwe van Robrecht II van Vlaanderen. Zij kregen geen kinderen. Godfried had een zoon bij een onbekende vrouw: Joscelin. Hij vergezelde zijn halfzuster naar Engeland en trouwde een erfdochter van de Percy familie, zijn nakomelingen zijn vanaf de 14e eeuw tot heden eerst earl en later hertog van Northumberland. Bron: Wikipedia.

2.             560. NN.

574. Godfried II van RHENEN‑AARSCHOT, gedoopt dd‑mm‑1090 te Rhenen, overleden dd‑mm‑1169 te Vollenhove. Heer van Rhenen, vermoedelijk uit het huis Aarschot, vermeld 1105-1156, bezat goederen bij Rhenen, Brussel, Anderlecht en Dilbeek, overleden tussen 1156 en 1169.

Gehuwd met

575. Sophia van KLEEF van BEMMEL, geboren dd‑mm‑1070, overleden dd‑mm‑1139.

Uit dit huwelijk:

1.             561. Dirck van RHENEN, gedoopt dd‑mm‑1115.

576. Eustatius I van HENEGOUWEN, heer van Roeulx, geboren ca. 1120, overleden dd‑mm‑1192.

Gehuwd voor de kerk ca. 1150 met

577. Marie de MORLANWELZ, geboren ca. 1130, overleden ca. 1176.

Uit dit huwelijk:

1.             563. Eustatius II van ROEULX (van Henegouwen), geboren ca. 1150.

578. Raas II van GAVERE, geboren ca. 1100, overleden dd‑mm‑1149.

Gehuwd met

579. Elisabeth van GENT, geboren ca. 1091.

Uit dit huwelijk:

1.             564. Bertha, geboren ca. 1143.

580. Waleran d’AILLY, seigneur d’Ailly, homme d’armes du comte de Ponthieu, geboren ca. 1032, overleden dd‑mm‑1087.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1055 met

581. Béatrice de CRAMONT, geboren ca. 1040, overleden ca. 1089.

Uit dit huwelijk:

1.             565. Robert, geboren ca. 1058.

Generatie XXX

582. Bertrand van GISTEL, geboren ca. 1015.

Kind:

1.             566. Fulcart, geboren ca. 1040.

583. Albert III van NAMEN, graaf van Namen, geboren op 10‑08‑1035 te Namen (B.), overleden op 22‑06‑1102 te Namen (B.) op 66-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk ca. 1066 met

584. Ida van SAKSEN (Billung), geboren ca. 1035, overleden op 31‑07‑1102. Weduwe van Friedrich II van Luxemburg.

Uit dit huwelijk:

1.             573. Adelheid, gedoopt ca. 1055.

2.             568. Hendrik I, geboren ca. 1070 te La Roche (B.).

585. Hendrik I van LIMBURG, paltsgraaf van Neder-Lotharingen, geboren ca. 1070, overleden ca. 1118. Hendrik volgde in 1078 zijn vader op als graaf van Limburg. Hij verzette zich in 1094 tegen de benoeming van Arnold I van Loon als voogd van Sint-Truiden voor de bezittingen in het prinsbisdom Metz. Rond 1100 blijkt hij toch samen met Giselbrecht II van Duras voogd van Sint Truiden te zijn. Zij stonden bekend als ‘de grootste rovers’. Hij volgde hertog Godfried van Bouillon in de Eerste Kruistocht en keerde daarna naar huis terug. Hendrik kwam in 1081, na de dood van Walram II van Arlon, in het bezit van het Graafschap Arlon door zijn familieband met de kinderloze Udo van Toul, Graaf Udo van Heerlen en de latere Bisschop van Toul (1052-1069). Udo van Toul was gehuwd met Gravin Mechthilde van Heerlen uit Arlon, waardoor deze familie de rechten op het Graafschap Arlon verkreeg. Deze Mechthilde van Arlon wordt door Johann Hubner vermeld als echtgenote van Arnold van Aspremont. Als deze Arnold de 1e x was gehuwd met Mathilde dan waren de rechten op het Graafschap Arlon zeer waarschijnlijk naar de heren van Aspremont gegaan. Dus kunnen we aannemen dat dit de Mathilde van Arlon was die de 1e x met Udo Graaf van Heerlen moet zijn gehuwd geweest. Mathilde Comtessa van Heerlen werd vermeld voor 1050 in de “Miracula S.Trudensis” van de Monnik Steppolinus. Zo lezen we ook in het boek van Ute Bader over de heren van Are dat na Udo’s dood zijn allodium Heerlen aan zijn neef, de heer van Are, toekomt en Hendrik I van Limburg hier ook wordt genoemd en in 1081 het Graafschap Arlon verkrijgt. Na het overlijden van Godfried van Bouillon benoemde keizer Hendrik IV graaf Hendrik als opvolger en werd hem op kerstdag 1101 de titel van hertog van Neder-Lotharingen en markgraaf van het markgraafschap Antwerpen verleend, waarmee hij in de voetsporen van zijn grootvader Frederik van Luxemburg trad. De hertogstitel van Neder-Lotharingen wordt gezien als ‘de parel aan de kroon’ van de Limburgers. Zijn bestuur wordt vooral herinnerd omdat hij de schenking van tienden door Godfried aan Antwerpse kerken, ongedaan maakte. In 1106 moest Hendrik zijn functie opgeven omdat hij trouw bleef aan de afgezette keizer Hendrik IV na de coup van diens zoon, de latere keizer Hendrik V. Hertog Hendrik werd zelfs gevangengezet maar wist te ontsnappen. In 1108 nam Hendrik paltsgraaf Siegfried gevangen die een complot tegen Hendrik V zou hebben beraamd. Hierdoor kwam Hendrik terug in de gunst van de keizer. Maar in de volgende jaren koos ook Hendrik de kant van de tegenstanders van de koning. Hij vocht mee met de Lotharingse edelen die in 1114 de keizer versloegen bij Andernach. In 1115 was hij een van de aanvoerders van de Lotharingse troepen die de Saksen hielpen tegen de keizer in de slag bij Welfesholz, waar de keizer opnieuw werd verslagen. Op de terugweg veroverden de Lotharingers Münster (stad), en verwoestten ze de palts van Dortmund en een aantal kastelen. In Mainz werd vervolgens een wapenstilstand bemiddeld. Daarna zijn geen bijzonderheden over Hendrik meer bekend.

Hendrik was getrouwd (ca. 1079) met de erfdochter van graaf Walram II van Aarlen, vermoedelijk

586. Adelheid van AARLEN geheten, geboren ca. 1062 te Arlon (Fr.), overleden op 13-08-1106. Van Hendrik en Adelheid zijn de volgende kinderen bekend: Walram I ‘Paganus’ van Limburg; Agnes (ovl. 1136), gehuwd met Frederik van Putelendorf (twee zoons en een dochter) en daarna met Walo van Veckenstedt; Adelheid (ovl. 6 februari ca. 1145, begraven in Sint-Michael te Bamberg), gehuwd met Frederik van Werl-Arnsberg (ca. 1075 – 1124; een dochter), daarna Kuno van Horburg (geen kinderen) en daarna Koenraad van Dachau (een zoon: Koenraad, hertog van Merano); Mathilde, gehuwd met Hendrik van Durbuy. Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             569. Mathilde, geboren ca. 1095.

587. Herman I van MALSEN, graaf in Teisterbant, geboren ca. 1030, overleden na. 1080. Herman van Malsen is de stamvader van het geslacht van Cuijk (van Cuyck). Herman was graaf in Teisterbant, vermoedelijk de zoon van Unroch, graaf in de Kempen. Hij wordt in diverse oorkonden vermeld en was wellicht een leenman van de bisschop van Utrecht. Zijn bezittingen waren vooral te situeren in de Betuwe, rond Geldermalsen en Meteren. Voor 1096 werd hij door keizer Hendrik IV beleend met het land van Cuijk. Zijn afstammelingen namen de naam van Cuijk (van Cuyck) aan.

Herman huwde met

588. Ida van BOULOGNE, geboren dd-mm-1055, dochter van Eustaas II van Boulogne. Ze kregen de volgende kinderen: Hendrik I van Cuijk (+ voor 9 augustus 1108); Andries van Cuijk (+ 1139), bisschop van Utrecht; Godfried van Cuijk (+ voor 1138). Bron: Wikipedia.

Uit dit huwelijk:

1.             570. Hendrik I van CUIJCK, geboren dd‑mm‑1070, overleden voor 9 augustus 1108.

589. Gerhard II von HOCHSTADEN, Heer van Hochstaden, Wickenrode en Riene, geboren dd‑mm‑1055, overleden dd‑mm‑1137.

Gehuwd met

590. Aleida von WICKENRODE (von Wickrath, van Wickrath, van Wickerode, von Wickerode), Vrouwe van Wickenrode, geboren dd‑mm‑1060 te Wickerode, Südharz, Mansfeld-Südharz, Saksen-Anhalt (Dl.), overleden dd‑mm‑1135 te Hochstaden, Rheinland (Dl.).

Uit dit huwelijk:

1.             571. Alverade van HOCHSTADEN, geboren dd‑mm‑1080.

591. Arnold I van CHINY, graaf van Warcq, heer van Gibet en Warcq, gedoopt ca. 1030, overleden op 16‑04‑1106 te Saint-Hubert. Hij volgde zijn vader rond 1066 op als graaf van Chiny en had diverse geschillen met de geestelijkheid en de bisschop van Luik. In 1084 probeerde hij tevergeefs Richildis van Henegouwen te schaken. Samen met Koenraad I van Luxemburg stichtte hij in 1070 de abdij van Orval en begunstigde nog vele andere geestelijke instellingen, om te boeten voor zijn talrijke misdaden. Bron: Wikipedia.

Gehuwd met

592. Adelheid de RAMERU, gedoopt dd‑mm‑1035, overleden ca. 1069. Dochter van Hilduinis IV van Montdidier, graaf van Ramerupt-Roucy en Adelheid de Roucy.

Uit dit huwelijk:

1.            572. Graaf van Chiny Otto II, gedoopt dd‑mm‑1055 te Chiny (Lux.).

583. Albert III van NAMEN (zie elders)

Gehuwd voor de kerk ca. 1066 met

584. Ida van SAKSEN (Billung) (zie elders)

Uit dit huwelijk: 2 kinderen.

593. Arnold II van AARSCHOT, Graaf van Aarschot en Rhenen; kruisridder, geboren ca. 1065 te Antwerpen (B.), overleden dd‑mm‑1139.

Gehuwd voor de kerk na 1098 met

594. Ida van LEUVEN, geboren ca. 1065, overleden dd‑mm‑1138 te Henegouwen (B.). Gehuwd voor de kerk (1) dd‑mm‑1084 met Boudewijn II van HENEGOUWEN, graaf, geboren dd‑mm‑1056 te Henegouwen (B.), overleden op 08‑06‑1098. Gehuwd voor de kerk (2) na 1098 met Arnold II van AARSCHOT.

Uit haar tweede huwelijk:

1.             574. Godfried II van RHENEN‑AARSCHOT, gedoopt dd‑mm‑1090 te Rhenen.

595. Dirk van BEMMEL, overleden dd‑mm‑1096.

Gehuwd met

596. Katharina van HENEGOUWEN.

Uit dit huwelijk:

1.            575. Sophia van KLEEF van BEMMEL, geboren dd‑mm‑1070.

597. Arnulf van HENEGOUWEN, heer van Roeulx, geboren ca. 1090, overleden ca. 1150.

Gehuwd voor de kerk ca. 1120 met

598. Béatrix d’ATH, geboren ca. 1090 te Ath (B.).

Uit dit huwelijk:

1.             576. Eustatius I, geboren ca. 1120.

599. Jean de MORLANWELZ, geboren ca. 1100.

Kind:

1.             577. Marie, geboren ca. 1130.

600. Waleran d’AILLY, seigneur d’Ailly, geboren ca. 1003, overleden dd‑mm‑1052.

Gehuwd voor de kerk dd‑mm‑1026 met

601. Mahaut de GAMACHES, geboren ca. 1010, overleden ca. 1049.

Uit dit huwelijk:

1.             580. Waleran, geboren ca. 1032.